Het kwam nogal eens voor dat ouders hun huis overdroegen aan de kinderen om erfbelasting te besparen en/of er voor te zorgen dat de waardestijging bij de kinderen terecht kwam.

Het was dan de bedoeling dat de ouders wel in het huis bleven wonen en dit:

  1. of huurden van de kinderen, dus een huursom betaalden;
  2. of gratis mochten bewonen (dat wil zeggen een zakelijk recht van gebruik en bewoning of een zakelijk recht van vruchtgebruik hadden).

De ouders konden de koopsom in één keer kwijtschelden, maar het was ook mogelijk dat de kinderen de koopsom schuldig bleven aan de ouders en dat de ouders elk jaar een gedeelte van de schuld kwijtscholden, daarbij eventueel gebruik makend van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen aan kinderen.

Door wijziging van de belastingwetgeving is overdracht van het huis aan de kinderen eigenlijk niet meer aantrekkelijk. De enige optie die nog kan werken is het huis verkopen aan de kinderen en terughuren, maar de ouders moeten een relatief hoge huur (per jaar tenminste 6% van de waarde van het huis) aan de kinderen betalen. Mensen die in het verleden deze constructie hebben toegepast, moeten hun situatie zelfs door de notaris laten beoordelen en eventueel aanpassen, om te voorkomen dat er “ongelukken” gebeuren.