De eigendom van een huis, appartement of van ander onroerend goed, gaat over van de verkoper op de koper door een notariële akte van levering, ook wel akte van levering genoemd. Deze akte wordt door de notaris gemaakt en door partijen en de notaris ondertekend. Een koper is vervolgens pas echt eigenaar van het huis, nadat de akte van levering is ingeschreven bij het kadaster. Ook voor een hypotheek is een notariële akte nodig die bij het kadaster wordt ingeschreven. Bij het kadaster worden alle onroerende goederen geregistreerd, met vermelding van onder andere de eigenaar, de oppervlakte en het adres. Inschrijvingen in het kadaster zijn openbaar, zodat iedereen kan informeren op wiens naam een bepaald huis staat.

Pas als uit het kadaster blijkt dat de inschrijving is gelukt, kan de verkoper via de notaris worden betaald.

De verkoper krijgt de koopsom, na aftrek van de aflossingen van eventuele hypothecaire leningen, zodra zeker is dat ook hij aan zijn verplichting heeft voldaan om een huis aan de koper te leveren vrij van bestaande hypotheken en/of beslagen. De notaris controleert dat uiteraard. Dit is meestal één of twee werkdagen na het passeren van de leveringsakte en de eventuele hypotheekakte.

Bij de betaling is de notaris gebonden aan wet- en regelgeving. Dit betekent onder meer het volgende:

Aan wie mag de notaris betalingen doen?

Bij de overdracht van een huis maakt de notaris het geld over op de eigen rekening van de verkoper. De notaris mag het geld ook overmaken naar een en/of-rekening als die rekening ook op naam staat van de verkoper. De notaris mag het geld aan verkopers van een woning niet in een andere verhouding overmaken dan dat zij eigenaren waren. Bijvoorbeeld: A is voor 40% en B is voor 60% eigenaar van een huis. Zij vragen de notaris om aan ieder van hen de helft van de verkoopprijs over te maken. De notaris mag dit niet; hij maakt aan A 40% en aan B 60% van verkoopprijs over. Alleen als A en B in het kader van een (echt)scheiding schriftelijk hebben afgesproken dat anders betaald moet worden, mag de notaris daaraan meewerken.

Aan wie mag de notaris géén betalingen doen?

De notaris mag het geld niet overmaken aan anderen (bijvoorbeeld een keukenfirma, een autodealer of aan Comfortcard of VISA omdat een krediet moet worden afgelost). Alleen als de bank bij de hypotheek eist dat de nota of de aflossing van een krediet uit de hypotheekgelden moet worden betaald, mag de notaris het geld aan hen betalen.

Welke uitzonderingen zijn er?

In sommige gevallen mag de notaris wél geld overmaken aan anderen. Bijvoorbeeld:

  • De aflossing van een hypotheeklening aan de bank;
  • De rekeningen van de makelaar, de taxateur, de hypotheekadviseur bij de overdracht van een woning of het sluiten van een hypotheek;
  • De bijdragen van een appartement aan de Vereniging van Eigenaars; en
  • De vervallen aannemingstermijnen bij nieuwbouwwoningen aan de aannemer.

 

Wil je weten wat de regels voor betaling in jouw geval betekenen? Neem dan contact met ons op.