Het begrip verdeling gaat over het verdelen van iets dat onverdeeld is. Onverdeeldheden zijn er onder andere in een nalatenschap en in een ontbonden huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenleving. In al die gevallen moet datgene wat gemeenschappelijk en nog onverdeeld is (de onverdeelde gemeenschap), worden verdeeld. Als het gaat om een nalatenschap zijn grofweg drie soorten verdelingen te onderscheiden.

De wettelijke verdeling
In geval van gehuwden (mits niet van tafel en bed gescheiden) met kinderen is de wettelijke verdeling als volgt. De langstlevende ouder en de kinderen erven ieder een gelijk deel. Door de wettelijke verdeling worden echter alle goederen eigendom van de langstlevende ouder, die ook alle schulden voor zijn of haar rekening moet nemen. De kinderen ontvangen hun erfdeel in de vorm van een vordering (een aanspraak) in geld op de langstlevende ouder, welke in beginsel pas opeisbaar is wanneer de langstlevende ouder is overleden of wanneer de langstlevende ouder failliet gaat dan wel de wettelijke schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen op hem of haar van toepassing wordt verklaard. De wettelijke verdeling werkt alleen als de overledene een echtgenoot en tenminste één kind als erfgenamen achterlaat.

Ter verduidelijking van de wettelijke regeling het volgende voorbeeld. Stel een echtpaar is gehuwd in gemeenschap van goederen en heeft twee kinderen. Er is een woning met een WOZ-waarde van € 700.000 met een hypotheekschuld van € 100.000. Verder is er geen vermogen en er zijn geen andere schulden. Het saldo van het vermogen bedraagt dus € 600.000. De man overlijdt.
Door de gemeenschap van goederen is de helft van het vermogen, waard € 300.000, van de vrouw. De andere helft, eveneens waard € 300.000, valt in de nalatenschap van de man. Dat is dus zijn erfenis en daarin erven de vrouw en de kinderen ieder een gelijk deel, dus ieder € 100.000. De vrouw heeft nu in waarde € 400.000 (haar helft van de gemeenschap van goederen plus haar erfdeel) en ieder van de kinderen heeft een erfdeel waard € 100.000.

Door de wettelijke verdeling wordt vervolgens de woning eigendom van de vrouw, die ook de hypotheekschuld voor haar rekening moet nemen. Bovendien heeft zij een geldschuld aan ieder van haar kinderen, welke gelijk is aan de waarde van hun erfdeel. Het vermogen van de vrouw bedraagt nu € 700.000 (waarde woning) min € 100.000 (de hypotheekschuld) en min € 200.000 (de schuld aan ieder van de twee kinderen ad € 100.000). Per saldo dus € 400.000, precies gelijk aan haar helft van de gemeenschap van goederen plus haar erfdeel. De kinderen hebben ieder een geldvordering op hun moeder van € 100.000, gelijk aan de waarde van hun erfdeel.

De verdeling ter uitvoering van een langstlevende testament
Bij deze verdeling gaat men meestal uit van het vermogen per de overlijdensdatum (zoals dat ook vermeld stond in de aangifte voor de erfbelasting). Alle goederen en schulden worden aan de langstlevende ouder toegedeeld. De erfdelen van de kinderen worden in de akte berekend en vastgelegd wordt dat de kinderen een vordering van dat bedrag hebben op de langstlevende ouder. Een variant in het langstlevende testament is dat de goederen of een deel daarvan niet in eigendom naar de langstlevende gaan, maar naar de kinderen terwijl de langstlevende het recht van vruchtgebruik heeft.

Andere verdelingen
Bijvoorbeeld een tante zonder echtgenoot en kinderen overlijdt. Dan moeten er allerlei dingen gedaan worden, zoals de huur opzeggen of het eigen huis verkopen, eindafrekeningen van elektriciteit, gas en water betalen, zorgen dat ziektenkostenvergoedingen worden ontvangen, de laatste inkomstenbelasting verzorgen, enzovoorts. Uiteindelijk is alles gedaan en blijft er een netto geldbedrag over of bijvoorbeeld een aantal effecten. Over de periode vanaf het overlijden tot de verdeling wordt een rekening en verantwoording opgesteld door de gevolmachtigde, de executeur of de notaris. Wat er allemaal gedaan is, wat uiteindelijk nog verdeeld moet worden en hoe dat wordt verdeeld, wordt vastgelegd in een verdelingsakte.